In de vier afgelopen kranten waarin de elementen centraal stonden, schreef ik telkens een artikel over een bijpassend heksenattribuut. Zo past de athame bij lucht, de staf bij vuur, de kelk of ketel bij water en het pentakel bij aarde.

De heksenattributen komen samen op het altaar: een tafeltje, kleed of kist waarop je alle rituele voorwerpen uitstalt. Vrijwel alle religies kennen een altaar. Het woord komt van het Latijnse ‘altus’ wat hoog betekent. Het is een tafel van hout of steen waar rituele handelingen worden verricht, vroeger vaak het brengen van offers. Het heksenaltaar is een plek waar je rituelen kunt uitvoeren, maar ook een plek om bijvoorbeeld de seizoenen zichtbaar te maken, tijd voor jezelf te nemen en te mediteren.

In sommige tradities staat het altaar op het noorden of juist zuiden; ikzelf zet met groepsrituelen altijd het altaar in het midden van de ruimte. De cirkel trekken we dan al lopend om het altaar heen. Ik heb er speciaal een lage houten tafel voor laten maken van steigerhout, maar daarvoor heb ik vele altaartjes gehad. In mijn vorige huis had ik een buffetkast die ik elk seizoen anders aankleedde en een plank in een nis met kaarsen en stenen. Mijn rituele voorwerpen haalde ik alleen tijdens een ritueel tevoorschijn en bewaarde ik in een mand die mijn oma nog met stof had bekleed. Er is niet één manier om je altaar te maken, ze zijn er in alle soorten en maten. Op internet kun je wel ‘officiële’ manieren vinden om je altaar op te stellen met een vaste plek voor elk voorwerp. Maar het is de vraag wie die officiële manier heeft bedacht. In wezen ben je helemaal vrij om er een eigen invulling aan te geven. Wel zijn er een aantal voorwerpen/symbolen die een altaar echt een heksenaltaar maken:
- de athame
- de staf
- een kelk of ketel
- een pentakel
- afbeelding van of kaars voor god en godin

Die eerste vier voorwerpen verbeelden de vier elementen. Je kunt er ook, net als ik, voor kiezen om op elke hoek (windrichting) nog een extra verbeelding van de elementen te plaatsen. Ik heb dat gedaan in de vorm van gekleurde kommetjes. Die op het oosten is leeg, zodat er lucht in zit. Die op het zuiden bevat een waxinelichtje. De westelijke is gevuld met water en die op het noorden bevat wat zout.

Het leukste van het altaar vind ik het aankleden voor de jaarfeesten. Het is een beetje zoals vroeger het versieren van je huis met Kerstmis: door je altaar te versieren creëer je al voorpret en bereid je je voor op de tijd die komen gaat. Ik kleed mijn altaar meestal aan met viltfiguren die ik zelf ontwerp, maar ook met bloemen, mooie afbeeldingen, kaarten, beeldjes en edelstenen.