Het jaarfeest Samhain is het laatste oogstfeest, volgend op Lammas en Mabon. Er valt steeds minder van het land te halen, maar door het slachten van het vee dat de winter waarschijnlijk niet zou halen kon nog een laatste groot oogstfeest gehouden worden. De dood staat centraal in deze tijd van het jaar. Niet alleen de fysieke dood, maar ook zoals we die in de Grote Arcana tegenkomen: de dood als transformatie.
Het is een tijd van naar binnen keren en verder loslaten wat niet meer past. Bij Mabon werd hier een begin mee gemaakt; met Samhain begint het blad echt volop van de bomen te vallen en krijgt het loslaten een diepere laag. Je kunt het als het ware niet meer tegenhouden, het verval is nu echt ingezet. Tijd om het oude te transformeren in het nieuwe.
Transformatie
Het woord transformatie klinkt alsof het heel wat is, maar in wezen is het niks anders dan verandering. Het ene wordt omgezet in het andere. Anders dan bij het woord verandering bevat het woord transformatie voor mij wel de betekenis dat het niet terug te veranderen is. Dus niet net als water dat in ijs en dan weer terug in water kan veranderen, maar meer wat er gebeurt door vuur. Zodra een stuk hout door het vuur tot as is getransformeerd, kan dat niet meer teruggedraaid worden. Zo’n transformatie is blijvend.
Zo zie ik mijn transformatie van de maagd- naar de moederfase ook. Hoewel de fasen van de godin (en de vrouw) vloeiender zijn en niet van het ene op het andere moment in elkaar over hoeven gaan en voor altijd zo blijven, denk ik dat de geboortes van mijn kinderen dat proces wel versterkt hebben. Een vrouw hoeft geen kinderen te krijgen om in de moederfase terecht te komen: je kunt ook een boek, kunst of poëzie ‘baren’. Of je op een andere manier meer in de wereld neerzetten.
Waar de maagd nog op zoek is naar zichzelf, heeft de moeder haar rol duidelijker gevonden. Ze staat ergens voor en doet dat met meer zelfvertrouwen dan voorheen. Hoewel ik me altijd ouder heb gevoeld (en gedragen) dan mijn leeftijd en zeker ook al crone-aspecten in m’n jongere jaren herken, is voor mij de overgang van maagd naar moeder een grotere dan ik had verwacht. Ik voel me veel meer geaard, in mezelf en in m’n leven. Waar ik eerst toch zoekende was in relaties, in huizen en in werk, voelt het alsof alles nu is samengekomen. In m’n derde relatie en in m’n derde huis kan ik m’n wortels uitrollen en aarden. Dat draait niet alleen om het fysiek moeder worden, maar ook om het belichamen van die fase. Het zoekende afsluiten en het aarden in het hier-en-nu omarmen.
Geboorte geven als transformatieproces
Al voor m’n eerste zwangerschap las ik het boek Op weg naar Avalon waarin het uitgebreid gaat over de transformerende werking van het moeder worden en in het bijzonder de geboorte. Jean Shinoda Bolen schrijft dat bij geboorte de dood altijd dichtbij is. Eeuwenlang was geboorte geven een van de gevaarlijkste dingen in een vrouwenleven en die sfeer hangt er nog steeds omheen. Dat merkte ik wel aan de muur waar ik in de reguliere verloskundigenpraktijk tegenaan liep toen ik aangaf net op (of volgens hen buiten) de grens van het protocol toch thuis te willen bevallen. Dat zou onverantwoord zijn en was absoluut niet mogelijk. Gelukkig vond ik een kleinere praktijk die dat risico helemaal niet zo inschatte en zij stonden achter mijn keuze om thuis te bevallen. Ik las veel over risico’s en ontdekte dat binnen de geboortezorg steeds meer een splitsing gaande is. Aan de ene kant het medicaliseren van de geboorte waarbij het ziekenhuis als enige veilige plek wordt beschouwd en aan de andere kant de vrije geboortebeweging die pleit voor keuzevrijheid voor vrouwen, informed consent (dus dat er wordt verteld en overlegd ipv gewoon gedaan) en de nadruk legt op je lichaam en de natuur mogen volgen. De eerste groep kijkt alleen naar de veiligheid van moeder en kind, terwijl de tweede groep ook oog heeft voor de grote transformerende werking die een geboorte kan hebben op een vrouwenleven. Ik zeg zeker niet dat een ziekenhuisbevalling die transformatie niet geeft, maar de mogelijkheid om je lichaam te volgen en geboorte te geven zonder angst was iets wat mij in elk geval erg aansprak.
Waar ik bij m’n eerste bevalling vanaf het moment dat de verloskundige binnenkwam toch een stuk ‘vrijheid’ aan haar overdroeg en me richtte op wat ze zei dat goed was, wilde ik deze keer proberen of het lukte om volledig mijn lichaam te volgen en te voelen wat nodig was om mijn kind geboren te laten worden. Jurre en ik maakten ook deze keer ter voorbereiding een geboorteschilderij en waar bij Emily de spiraal sterk terugkwam, had ik bij Mark de behoefte om meer golven te schilderen. Ik wilde me laten meevoeren op de golven van de weeën en me nog meer overgeven aan mijn lichaam. Ik visualiseerde vooraf de bevalling een paar keer en beeldde me een soepele persfase in het bevalbad in. Het liefst weer vroeg in de avond en niet middenin de nacht. Hoewel ik het bevalbad niet meer haalde, kwam de rest zeker uit. Het ging zelfs zo soepel dat Mark nog voor de verloskundige arriveerde al geboren werd. Gelukkig kon Jurre hem nog net opvangen. Ik had helemaal niet door dat de bevalling al zo vergevorderd was en zat volledig in m’n eigen bubbel. Tot ik op een gegeven moment voelde dat hij al geboren ging worden. Het gevoel is bijna niet te beschrijven van hoe ‘in’ mijn lichaam ik op dat moment zat. Volledig uit m’n hoofd en verbonden met m’n lijf. Dat gevoel kan ik nog exact terughalen. Het voelde als wat Bolen beschrijft als een inwijdingsmoment. Meer dan bij Emily’s geboorte heb ik dat zo ervaren, terwijl ik bij haar toch voor het eerst moeder werd. Maar deze keer was ik het die helemaal zelf geboorte gaf aan ons kindje. Mijn lichaam als de transformatiepoort van nieuw leven.
In dat ene moment was er tegelijkertijd een diepe angst (oh, hij wordt nu al geboren, kan/mag dat wel?) en tegelijkertijd een volledig vertrouwen (het is goed). Bij het godinnenorakel is het de angstaanjagende afbeelding van Sheila Na Gig die de opening voorstelt. Ze is de Ierse godin van geboorte en dood en opent op de kaart haar vagina waaruit het universum lijkt te komen. Hoewel ze op de kaart geen volle, vruchtbare vrouw is en ik voorheen altijd werd afgeschrikt door haar oude, uitgemergelde lichaam, snap ik nu als het ware voor het eerst deze kaart. Er zit een stukje sterven in geboorte geven. Of dat nou aan een kind, een boek of een ander belangrijk, persoonlijk project is. Je bent ongelooflijk kwetsbaar en toch ga je daar doorheen om het te doen. Je gaat de poort door en bent tegelijkertijd de poort. Door jou komt het op de wereld en daardoor zul je nooit meer dezelfde zijn.